Vogelgriep
Uitbraken van vogelgriep kunnen tot grote gevolgen leiden voor individuele ondernemers en de sector als geheel. Risico’s op uitbraken moeten worden geminimaliseerd en in geval van een uitbraak moet de schade zoveel mogelijk beperkt worden.
Sinds 2003 wordt de Nederlandse pluimveesector met enige regelmaat geconfronteerd met uitbraken van vogelgriep. Dit is een besmettelijke virusziekte die bij pluimvee en andere vogelsoorten voorkomt. Er zijn vele vogelgriepvarianten, zowel laag- als hoog pathogeen. Vooral hoog pathogene virustypen kunnen leiden tot ernstige ziekte of overlijden bij vogels. Uitbraken van vogelgriep leiden tot verplichte ruiming van dieren en hebben grote impact op de betreffende pluimveehouders en hun gezinnen. Ook op de bedrijven in de directe omgeving en op de sector als geheel zijn effecten groot, zeker wanneer een uitbraak leidt tot handelsbeperkingen. Ook dierenwelzijn, economie en het imago van de sector worden negatief beïnvloed als sprake is van vogelgriep.
Risico’s minimaliseren en schade beperken
Voor LTO Nederland heeft het hoge prioriteit om de risico’s op uitbraken van vogelgriep te minimaliseren en om in geval van een uitbraak, de schade zoveel mogelijk te beperken. In samenwerking met ketenpartners wordt continue gemonitord of er sprake is van vogelgriepverschijnselen, niet alleen in pluimveestallen maar ook in de natuur. (Trek)vogels nemen het virus vaak met zich mee en kunnen het snel verspreiden. Tijdens risicoperioden kan een ophokplicht voor pluimvee het risico op vogelgriep verlagen. De EU heeft de maximale termijn voor het ophokken én de verkoop van eieren als ‘vrije uitloop eieren’ beperkt tot 16 weken. Dat zou LTO Nederland graag ruimer zien.
Betrokkenheid sector in geval van uitbraak
In geval van een uitbraak neemt LTO Nederland deel aan het crisisteam dat dan wordt opgericht, waar ook andere ketenpartijen, het ministerie van LNV en de NVWA zitting in hebben. Nadrukkelijke betrokkenheid van de sector bij besluitvorming tijdens een crisis is noodzakelijk vanwege de kennis die in de sector aanwezig is om de bestrijdingsaanpak zo effectief en efficiënt mogelijk te laten verlopen. In 2019 bleek in België een laag pathogene variant bij kippen toch tot hoge uitval te leiden. LTO Nederland heeft er toen voor gepleit om in dat geval in Nederland toch het draaiboek te hanteren als was het een hoog pathogene variant. De minister heeft daarmee ingestemd, maar gelukkig hebben we in Nederland die periode zonder uitbraken doorstaan.
Maatregelen die getroffen worden bij een uitbraak van vogelgriep worden gefinancierd uit het Diergezondheidsfonds. De pluimveesector draagt daar via jaarlijkse heffingen voor een belangrijk deel aan bij. Minder uitbraken en verlagen van de risico’s is daarom van groot belang voor de sector.
Oplossingsrichting
Nadat er vier winters achter elkaar sprake was van uitbraken met hoog pathogene vogelgriep, is door de pluimveesector samen met Dierenbescherming en de Rijksoverheid in het voorjaar van 2018 een werkgroep opgericht. Doel hiervan was om de risico’s op uitbraken van vogelgriep te verkleinen. De werkgroep heeft in totaal 28 aanbevelingen gedaan in een ‘Roadmap strategische aanpak vogelgriep’. Sindsdien wordt door alle betrokkenen uitvoering gegeven aan die aanbevelingen.
Factsheet vogelgriep
De Nederlandse pluimveesector is internationaal koploper op gebied van duurzaamheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid. Dat maakt ons eitje en pluimvee-vlees geliefd. Mede daardoor is Nederland in Noordwest- Europa een grote leverancier van (broed)eieren en pluimveevlees.
Via Avined is daarom een factsheet vormgegeven over de aanpak van de vogelgriep. Via deze link is dit document te lezen.