Blijf op de hoogte: Luister naar LTO De Podcast
Luister nu LTO De Podcast: een nieuwe podcast waarin onze vaste host, Hans Van den Heuvel (Algemeen directeur LTO) je driewekelijks meeneemt in actuele thema’s die spelen…
Fijnstof
De sector neemt verantwoordelijkheid en reduceert fijnstofemissies met een brongerichte aanpak. Samenhang met andere aspecten als brandveiligheid en dierenwelzijn is nodig. LTO wil doelgericht beleid gebaseerd op meten is weten en experimenteerruimte.
Fijnstof is een verzamelnaam voor alle stofdeeltjes in de lucht, afkomstig van verschillende bronnen, waaronder verkeer, industrie, landbouw en natuurlijke processen. Inademing van fijnstof kan leiden tot gezondheidsproblemen. Daarom gelden er Europese normen in de vorm van grenswaarden voor fijnstof. Nederland heeft maatregelen genomen waardoor de uitstoot van fijnstof al sterk is verminderd. Beleid is er op gericht de hoeveelheid fijnstof verder terug te dringen, tot onder de grenswaarden.
Emissiereductie door bronaanpak
LTO vindt dat de kracht van de land- en tuinbouw centraal moet staan in omgevingsbeleid, met oog voor de diversiteit in de sector. Agrarische bedrijven hebben zich de afgelopen jaren op diverse manieren ontwikkeld om ook in de toekomst te kunnen ondernemen in een gezonde omgeving. Boeren hebben in de afgelopen jaren al geïnvesteerd in reductie van ammoniak-, geur- en fijnstofemissies. Als er sprake is van extra risico’s met fijnstof, dan neemt de sector verantwoordelijkheid om deze risico’s te beperken. Daarvoor is een gezamenlijke aanpak van sector en overheid voor nodig, met voldoende tijd voor ondernemers en een juiste afweging van maatregelen en risico’s bij bestaande en nieuw te bouwen stallen. Emissiereductie door middel van een bronaanpak heeft daarbij de voorkeur.
Integraal duurzame stalsystemen
De betreffende sectoren werken aan een Verduurzamingsagenda Veehouderij per sector. Uitgangspunt hierin is integrale duurzaamheid. Naast omgeving moeten hier ook aspecten als energie en klimaat, brandveiligheid en dierenwelzijn in meegenomen worden. 21% van de fijnstofemissie (PM10) in Nederland is afkomstig uit de land- en tuinbouw. De emissie in de leghennenhouderij steeg door de omslag naar scharrelsystemen. De grotere fijnstofemissie is dus het gevolg van de maatschappelijke wens om geen kooisystemen te gebruiken, maar dieren te laten scharrelen. Dergelijke dilemma’s dienen in samenhang te worden bezien. De pluimveesector wil bijdragen aan het terugdringen van de fijnstofconcentratie. Enerzijds via twee sporen van generieke maatregelen en anderzijds een hotspotbenadering voor gebieden met te hoge fijnstofconcentraties .
Van middel- naar doelvoorschriften
LTO pleit voor een verschuiving van middel- naar doelvoorschriften. Reductiepercentages kunnen op die manier behaald worden met de best beschikbare technieken. Daarbij moet gebruik gemaakt worden van innovatieve instrumenten zoals realtime monitoring. Hierdoor krijgt de boer meer mogelijkheden om de emissies te beïnvloeden en kan hij daarvoor ook beloond worden. Om stappen te kunnen maken in de ontwikkeling van integraal duurzame stalsystemen en een betrouwbare monitoring, is het van belang dat er experimenteerruimte komt. De Omgevingswet biedt hier mogelijkheden voor, LTO wil dat deze daadwerkelijk benut worden.
