Faunabeheer
Wildschade neemt jaarlijks toe. Het huidige systeem van het voorkomen en vergoeden van faunaschade is aan verbetering toe. LTO pleit voor een gebalanceerde en integrale benadering met evenwichtig populatiebeheer.
De uitbreiding en realisatie van nieuwe natuur brengt een groei van in het wild levende dieren met zich mee. Deze veroorzaken schade aan landbouwgewassen en infrastructuur, maar vormen ook een gevaar voor wegverkeer. De schadebedragen nemen elk jaar sterk toe, maar de bereidheid van de overheid om tegemoetkomingen te blijven betalen neemt af. Bovendien vraagt de overheid steeds meer inspanningen op het gebied van schadepreventie, en worden de regels voor het beheer van schadeveroorzakende diersoorten steeds complexer. Het huidige systeem van het voorkomen en vergoeden van faunaschade is dringend aan verbetering toe, waarvoor een goed beeld van de schade nodig is. Ook bij de boer ligt dus de verantwoordelijkheid om álle schade te melden.
Eenvoudiger en efficiënter faunabeheer
Het faunabeheer in Nederland kan eenvoudiger, efficiënt en beter in lijn met Europese wet- en regelgeving. Jacht is integraal onderdeel van faunabeheer, met het oogmerk de biodiversiteit te bevorderen en schade door in het wild levende dieren te beperken. Veel schadeveroorzakende diersoorten worden op dit moment beheerd op basis van provinciale vergunningen. Hierdoor is wet- en regelgeving voor populatiebeheer en schadebestrijding per provincie verschillend en daardoor complex.
LTO, de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en de Federatie Particulier Grondbezit pleiten voor een gebalanceerde en integrale benadering met evenwichtig populatiebeheer. Landbouw, natuurbeheer, schadepreventie en schadevergoeding moeten dichter bij elkaar worden gebracht, onder een eenvoudiger geheel van regels. Op die manier kan schadepreventie diervriendelijker en kostenefficiënter plaatsvinden.
Boeren, jagers en terreinbeheerders kunnen op basis van een wildbeheerplan werken aan een voor alle partijen redelijke wildstand, waardoor de landbouwschade afneemt, de biodiversiteit toeneemt en de administratieve lasten aanzienlijk lager zijn. Daar waar onverwachte schade dreigt, kan aanvullend beheer onder vrijstellings- en ontheffingenregime plaatsvinden en zal voor boeren een vangnet in de vorm van een schadefonds gecreëerd moeten worden.