Vrouw en bedrijf
LTO Vrouw en bedrijf behartigt de belangen van vrouwen op agrarische bedrijven, zowel van de (mede-)ondernemers als van de (meewerkende) partners. Tevens biedt zij, via de regionale LTO-organisaties, een netwerk voor vrouwen in de land- en tuinbouwsector.
LTO Vrouw en bedrijf heeft vier doelstellingen:
- Het versterken van de sociaaleconomische positie van vrouwen, (mede-)ondernemers en (meewerkende) partners op agrarische bedrijven – mede ter versterking van het agrarisch bedrijf als geheel;
- Het vergroten van het bewustzijn onder vrouwen van hun financiële, sociale en maatschappelijke rol en positie;
- Het stimuleren van vrouwelijk leiderschap (o.a. in bestuurlijke functies);
- Het uitwisselen van kennis en ervaring.
Om deze doelstellingen te behalen, wordt ingezet op diverse projecten. Zo zijn o.a. het ‘Project meewerkend partner’ en de ‘Cursus Economische Vorming voor Agrarische Vrouwen’ erop gericht de positie van vrouwen op het agrarisch bedrijf te versterken. In het ‘Project Landelijk Voedsel Platform’ staat de rol van de vrouw op het agrarisch bedrijf centraal bij het verbinden van boeren en burgers.
Actie boerinnenhart
Ook worden vanuit Vrouw en bedrijf regelmatig acties gestart richting politiek en maatschappij. Zo werd in november 2019 de actie ‘Boerinnenhart’ opgezet: een petitie waarmee vier boerinnen hun zorgen uitten over de toekomst van hun bedrijf. Onzekerheid over wet- en regelgeving als gevolg van o.a. de stikstofproblematiek legt een zware emotionele druk op boerengezinnen. Dit leidt tot zorgen over de gezondheid van boeren en boerinnen, de voedselveiligheid in Nederland en de leefbaarheid van het platteland. De petitie werd ondersteund door zo’n vijfduizend mensen die online hun handtekening zetten. Hij werd in december 2019 aangeboden aan de vaste Kamercommissie voor LNV.
Fiscale knelpunten
Ook zet LTO Vrouw en bedrijf zich op landelijk niveau in voor het wegnemen van fiscale knelpunten voor vrouwen op agrarische bedrijven. Zo is een boer of tuinder die zijn bedrijf wil overdragen aan zijn opvolger, vrijgesteld als hij dit doet aan kinderen, kleinkinderen, broers en zussen of echtgenoten van de broers of zussen – maar niet als hij/zij dit wil doen aan zijn/haar echtgenoot. LTO Nederland pleit er daarom voor de vrijstelling van overdrachtsbelasting te verruimen naar bedrijfsovername door echtgenoot.
Ook maakt LTO zich er hard voor dat de bestaande driejaarstermijn voor geruisloze overdracht niet geldt voor overdracht aan partners. Deze regeling behelst dat een stakende ondernemer zijn/haar onderneming mag overdragen zonder af te rekenen over stille reserves, mits de overdrager drie jaar voor de overdracht een samenverwerkingsverband met de opvolger had. Dit doet echter geen recht aan het feit dat partners van ondernemers doorgaans al jarenlang nauw verbonden zijn met het betreffende bedrijf.
Voor meer informatie over LTO Vrouw en Bedrijf, zie
https://www.ltonoord.nl/vrouw-en-bedrijf
https://www.zlto.nl/vrouw-en-bedrijf
https://www.lltb.nl/netwerken/nav