Gewasbescherming
Boeren en tuinders willen hun productie verduurzamen en investeren flink in de ontwikkeling van weerbare teeltsystemen. Innovatie staat echter onder druk. Een uitvoeringsprogramma met investeringen is nodig om telers nu en in de toekomst handelingsperspectief te geven.
Nederlandse boeren en tuinders blinken uit in het telen van gezonde en veilige voedsel- en sierteeltproducten. De plantaardige sector loopt wereldwijd voorop in efficiëntie en productiviteit, dankzij voortgaande innovatie en verduurzaming op het gebied van veredeling, technologie en teeltsystemen. Tegelijkertijd staan teelten steeds meer onder druk door een combinatie van toenemende milieueisen, strengere markteisen en het wegvallen van bestaande mogelijkheden om het gewas te beschermen tegen ziekten en plagen.
Weerbare teeltsystemen
Een transitie is daarom nodig om de Nederlandse plantaardige sector ook in de toekomst onbetwist koploper te laten zijn. Boeren en tuinders willen minder afhankelijk worden van chemie en investeren flink in de (door)ontwikkeling van weerbare teeltsystemen, met gezonde planten en natuurlijke evenwicht. Dit alles met als doel een maximale milieuwinst in 2030 (zie ook ‘Ambitie Plantgezondheid 2030).
Een weerbaar teeltsysteem bestaat uit gezond uitgangsmateriaal en weerbare rassen, planten met een hoge natuurlijke weerstand versterkt door microbiële helpers en een omgeving (waaronder bodem en microklimaat) die ziekten en plagen op afstand houdt. Ook in een weerbaar systeem blijft de kans op ziekten en plagen aanwezig. Van belang is om dan snel en slim in te grijpen met zo min mogelijk verstoring van het systeem. Door verdere doorontwikkeling en toepassing van o.a. precisietechnologie en groene middelen kunnen de komende jaren grote stappen gezet worden.
Handelsperspectief ondernemers op korte en lange termijn
De ‘Toekomstvisie gewasbescherming 2030’ van minister Schouten sluit aan bij de ambities van LTO. Voorwaarde om de visie tot een succes te maken, is om deze direct in praktijk te brengen – met een intensief uitvoeringsprogramma waarmee telers ook op korte termijn handelingsperspectief krijgen. LTO ondersteunt daarom het Uitvoeringsprogramma gewasbescherming 2030 en is intensief betrokken geweest bij de totstandkoming ervan. Belangrijke speerpunten daarbij waren de aanpak van korte-termijn knelpunten en economisch perspectief voor telers.
Om een gezond en rendabel gewas te telen hebben telers een goed gevulde gereedschapskist nodig. Chemische gewasbeschermingsmiddelen zullen daarin steeds meer worden vervangen door niet-chemische alternatieven en laag-risico producten. Steeds vaker echter vallen bestaande middelen weg terwijl een alternatieve oplossing nog niet binnen handbereik ligt. Daarmee wordt innovatie geremd en komt het voortbestaan van teelten onder druk te staan. Om de geloofwaardigheid van het uitvoeringsprogramma – en daarmee het vertrouwen van boeren en tuinders – te behouden zijn doorbraken in de aanpak van korte-termijn knelpunten dan ook noodzakelijk.
Daarnaast benoemt LTO het economisch perspectief voor telers. De plantaardige productie moet rendabel blijven voor telers. De verduurzaming van teeltsystemen kost geld, terwijl de Nederlandse consument er vooralsnog niet voor betaalt en de wereldmarkt er niet om vraagt. De opgave om te verduurzamen mag niet eenzijdig op het boerenerf worden neergelegd. Telers moeten daarom beloond worden voor hun extra inspanningen. Ook verwachten telers een gelijk speelveld ten opzichte van producenten zowel binnen als buiten de Europese markt, zodat zij met hun producten eerlijk kunnen concurreren in de markt.
De doelen in het uitvoeringsprogramma zijn ambitieus en vragen gezamenlijke inspanning en bereidheid van alle betrokken partijen. LTO is bereid om die verantwoordelijkheid te nemen; nu al investeren boeren en tuinders jaarlijks miljoenen in de verduurzaming van hun bedrijf en teeltsystemen. Maar een transitie kost ook tijd. Zekerheid en continuïteit voor ondernemers en een overheid die mee-investeert zijn dan ook essentieel.