Brussels bericht: Copa Cogeca-Praesidium over EU-budget en nitraatrichtlijn

Elke twee maanden komen de voorzitters van boerenorganisaties uit alle EU-lidstaten samen in het zogenaamde ‘praesidium’ van Copa Cogeca. Op 25 en 26 september namen LTO-voorzitter Ger Koopmans en LLTB-voorzitter Thijs Rompelberg deel aan dit Praesidium in Brussel. Op de agenda stond onder andere de Europese begrotingsvoorstellen, en werd een gezamenlijk standpunt ingenomen over de nitraatrichtlijn. 

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Het Praesidium besprak uitvoerig de recente voorstellen van de Europese Commissie voor de toekomst van het meerjarig financieel kader (MFK) 2028–2034 en het GLB. Copa Cogeca uitte stevige zorgen over de plannen, die leiden tot een verzwakking van het gemeenschappelijk karakter van het Europese landbouwbeleid en een afname van het EU-landbouwbudget met 20%.

Al bij de publicatie van de voorstellen hebben zowel LTO als Copa Cogeca kritisch gereageerd op de voorstellen. Rompelberg benadrukte dat dat boeren niet “meer kunnen leveren met minder middelen”, zeker niet in een tijd van hoge kosten, geopolitieke onzekerheid en toenemende milieueisen. Een realistisch en toekomstgericht GLB moet daarom zekerheid, eenvoud en een gelijk speelveld bieden. De vergadering werd opgevolgd met een persconferentie van de voorzitters van Copa Cogeca, waarin nogmaals richting EU-instellingen werd benadrukt dat de voorstellen onacceptabel zijn. De komende maanden kunnen meerdere acties verwacht worden vanuit boerenorganisaties.

Nitraatrichtlijn is verouderd
Ook werd in Copa Cogeca een gezamenlijk standpunt aangenomen over de Nitraatrichtlijn. Boerenorganisaties uit alle EU-lidstaten vinden dat deze richtlijn niet meer van deze tijd is. De huidige, uniforme regels sluiten niet aan bij de praktijk op het boerenerf en houden te weinig rekening met verschillen in bodem, klimaat en teeltsystemen. Copa Cogeca pleit daarom voor een praktischere en flexibelere aanpak, waarbij niet één generieke norm geldt, maar gekeken wordt naar wat regionaal werkt. Zo wil men de gebruiksnorm van 170 kilo stikstof per hectare verhogen, en meer nadruk leggen op het verlagen van stikstofoverschotten per bedrijf. Daarbij horen ook regionale mestuitwisseling, meer ruimte voor verwerking van mest tot producten zoals RENURE en digestaat, en het behouden van derogaties als nuttig instrument. Zo kan de Nitraatrichtlijn weer bijdragen aan duurzame kringlooplandbouw én werkbare regels voor de praktijk. Dit gezamenlijk standpunt van boerenorganisaties uit alle EU-landen helpt LTO in haar lobby om de Nitraatrichtlijn te herzien, en is dus niet alleen een Nederlandse wens.