EU herziet regelgeving voor teeltmateriaal

De Europese Commissie heeft twee voorstellen gepubliceerd voor nieuwe verordeningen over het in de handel brengen van plantaardig en bosbouwkundig teeltmateriaal. De EU streeft hiermee naar meer uniformiteit en eenduidigheid in de toepassing en interpretatie van richtlijnen voor het in verkeer brengen van teeltmateriaal. De verordeningen komen in plaats van de huidige verkeersrichtlijnen, met uitzondering van de verkeersrichtlijn siergewassen. LTO heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te reageren op de voorstellen.

Onderzoeksverplichting duurzaamheidseigenschappen
In de voorstellen wordt uitgegaan van een verplicht duurzaamheids-, cultuur- en gebruikswaardeonderzoek voor alle rassen die nieuw op de markt komen. LTO vindt het verplichten hiervan onwenselijk voor groente- en fruitgewassen en voor aardappelen. De eisen van retail, consumenten en overheden over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten leiden al tot vraag naar rassen die met minder gewasbeschermingsmiddelen toekunnen en de nutriënteninput beter benutten. Daarnaast zoeken telers naar gewassen en rassen die beter bestand zijn tegen abiotische en biotische stress veroorzaakt door een veranderend klimaat.

Een verplichte registratie van duurzaamheidseigenschappen zal naar verwachting weinig bijdragen aan de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid, biodiversiteit en klimaatverandering. Bovendien zouden als gevolg hiervan zelfs minder nieuwe rassen op de markt kunnen komen vanwege de hoge kosten die dergelijk onderzoek met zich meebrengt. Deze verplichting kan de vernieuwing van het sortiment dus afremmen. LTO heeft voorgesteld dat leveranciers van teeltmateriaal verplicht zijn de raseigenschappen met betrekking tot duurzaamheid en resistenties door te geven aan de teler. Daarnaast stelt LTO voor dat er gemonitord wordt op de duurzaamheidseigenschappen van nieuwe rassen die op de markt komen.

Daarnaast heeft LTO in haar reactie voorgesteld:

• De PRM-verordening te beperken tot het teeltmateriaal dat voor verkoop in de handel wordt gebracht en het teeltmateriaal dat nog niet gereed is voor verkoop, maar wel getransporteerd wordt naar een locatie voor opschonen, verpakking en opslag niet onder de verordening te laten vallen. Dit laatste zou een aanpassing zijn ten opzichte van de huidige verkeersrichtlijnen en tot veel extra kosten leiden.
• Het systeem van Farm Saved Seed niet te wijzigen. Zo blijft het mogelijk om uitgangsmateriaal (pootaardappelen) te gebruiken voor eigen productie, maar blijft uitwisseling van FSS materiaal met een ander bedrijf niet toegestaan.
• Met betrekking tot de FRM-verordening al het teeltmateriaal van boomsoorten die onder de verordening vallen te certificeren, ongeacht de bestemming van het teeltmateriaal voor bosbouw of landschappelijke en stedelijke beplantingen. LTO wil hiermee voorkomen dat er ongecertificeerd teeltmateriaal van deze plantensoorten op de markt komen, en er vermenging van gecertificeerde en ongecertificeerde partijen zaden en planten ontstaat.